
Municipal theatre Arnhem
Stadstheater Arnhem is het centrum voor podiumkunsten van Oost Nederland. Het programmeert breed, van opera tot cabaret, maar biedt ook een podium aan enkele nationale topgezelschappen in moderne dans, theater en symfonische muziek uit Arnhem. Om een culturele vernieuwer in de regio te kunnen blijven, wordt het verouderde theatergebouw rigoureus getransformeerd. Een grondige sloop zal de monumentale delen uit de jaren ’30 weer ruimte geven en vervolgens wordt het gebouw uitgebreid. Het stadstheater bestaat straks uit een getransformeerde monumentale zaal voor 725 personen, een nieuwe kleine theater- en danszaal, een repetitie- en educatiezaal en een serie foyers die deels ook kunnen worden geprogrammeerd. De realisatie van het nieuwe theatergebouw vormt de eerste stap in de metamorfose van het Koningspleingebied naar een ecologische stadsoase en campus voor culturele initiatieven.
Een actief theater
Het vernieuwde theater wordt méér dan een optelsom van zalen. Namelijk: een plek die de podiumkunsten inspireert en uitnodigt om direct contact te maken met het publiek en de maatschappij, door mogelijkheden te bieden om uit de theaterlijst te komen, het gebouw en de stad in. De publiekszones in het gebouw vormen een open netwerk van foyer- en performanceruimtes op één niveau. Dit maakt het gehele gebouw tot een podium voor cultuur en stelt de organisatie in staat om avontuurlijk te programmeren en te experimenteren met nieuwe formats, zoals multidisciplinaire festivals en locatiespecifieke werken. Deze dynamische binnenwereld is geen in zichzelf gekeerde black box, maar is goed verbonden met de omgeving door meerdere entrees en grote vensters aan alle zijden. De nieuwe Lauwersgrachtfoyer heeft bijvoorbeeld een stadsbalkon richting het Singelpark en een publiekstribune in de Waalsekerkfoyer biedt tijdens de voorstellingen zicht op de historische kapel van het klooster dat hier ooit stond.
Oase voor stadsnatuur en cultureel initiatief
Het nieuwe stadstheater speelt een cruciale rol in de vergroening van de Oostelijke binnenstad omdat het omzoomd is door tuinen. Deze tuinen maken de omgeving van het gebouw tot een prettige verblijfs- en ontmoetingsplek, ook als er geen voorstellingen zijn. Ook dragen ze, samen met de groene daken, gevels en luifels, bij aan de waterretentie en verkoeling in de verder vooral verharde binnenstad. Deze Stadoase wordt een pleisterplaats voor flora en fauna in het centrum van Arnhem. Om die zo veel mogelijk ruimte te geven is een aantal functies in het gebouw gestapeld en zijn de loadingsdocks voor het laden en lossen van zware trucks geconcentreerd op één plek. De omgeving van het stadstheater kan daardoor een volledig verkeersluw gebied worden waarin stadsnatuur en culturele initiatieven hun vaste plek hebben.
Een vanzelfsprekend theater voor iedereen
Het stadstheater wordt een uitnodigende plek waar bezoekers met verschillende achtergronden en voorkeuren zich thuis kunnen voelen. Het gebouw heeft verschillende gezichten; de grandeur van een klassiek theater aan de zijde van de Singel, en informeel en kleinschalig aan de centrumzijde, waar zich een tweede hoofdentree bevindt. Ook de foyers krijgen verschillende sferen door een verscheidenheid aan afmetingen en licht- en materiaalgebruik; warm, fris, kleurrijk, gedempt, ruig, zacht, wijds, intiem. Iedereen kan in het gebouw een plek vinden. Het bewegen en verblijven in het gebouw is vanzelfsprekend en prettig; de grote trap is een centraal oriëntatiepunt tussen alle zalen en foyers en van daaruit vindt iedereen natuurlijk zijn/haar/hun weg. Alle zaalentrees en pauzevoorzieningen liggen op één niveau zodat bezoekers die minder mobiel zijn na binnenkomst precies dezelfde ervaring hebben als het andere publiek, zonder gedoe in de pauzes.
Geoliede theatermachine
Alle laden en lossen gebeurt bij één loading dock voor drie grote trucks in het midden van het gebouw, tussen de twee grootste zalen, direct toegankelijk vanaf de Singel. Hierdoor kan de backstage-machine superefficiënt functioneren, met één centrale binnenstraat, korte afstanden en veel flexibiliteit en overzicht. Tegelijkertijd blijven alle overige gevels vrij van zware logistiek, zodat daar publieks- of kantoorfuncties kunnen komen en het gebouw geen dode hoeken krijgt. Het publieksgebied kruist deze routes nergens. De grote zaal wordt voorzien van een steilere tribune om een ononderbroken zicht op het podium te garanderen, waardoor de entree van deze zaal op de eerste verdieping uitkomt. Daarom bevindt het nieuwe hoofdniveau voor het publiek zich op de eerste verdieping, boven de loading docks. Met deze opzet kunnen de clusters van zalen, foyers en faciliteiten afzonderlijk van elkaar afgesloten of geopend worden, zodat verschillende scenario’s van gelijktijdig of gedeeltelijk gebruik mogelijk zijn.
Historische architectuur en nieuw vakmanschap
Het Stadstheater is een monument met bijzondere art-deco details, gebouwd in 1938 op de plaats van een voormalig kloostercomplex. De geschiedenissen van de plek vormen een bron van inspiratie voor het nieuwe gebouwensemble, maar met een vooruitstrevende blik op de toekomst: minder milieubelastend en in balans met de leefomgeving. Het monument wordt in ere hersteld en klaar gestoomd voor de toekomst; de nieuwe circulaire architectuur wordt een verlengstuk van de oude. De historische entreepartij komt terug en vormt ook meteen de inspiratiebron voor de vormgeving van het nieuwe venster met balkon van de Lauwersgrachtfoyer. De imposante baksteenvlakken met de subtiele belijningen worden hersteld en de nieuwe gevels uit hergebruikt baksteen zetten dit door. Het feestelijke kleurpallet van het oorspronkelijke interieur van de grote zaal, met onder andere blauw, ivoor, roze en bladgoud vormt de inspiratie voor het nieuwe interieurontwerp. Oud en nieuw versmelten zo in één nieuw geheel.
Circulair en biodivers
Het minimaliseren van nieuwe grondstofbronnen en van afval is de eerste basiswaarde voor circulair bouwen. Het nieuwe gebouw wordt heel compact om materiaal- en energieverbruik te minimaliseren, maar om het theater weer goed te laten functioneren moet eerst veel gesloopt worden. Dat sloopmateriaal vormt daarom een grondstof voor de bouw, en ondersteunt het gezonde verblijfsklimaat voor mens, plant en dier. De te verwijderen baksteengevels worden nauwkeurig gezaagd zodat ze als elementen kunnen worden hergebruikt, en de sleuven daartussen kunnen worden benut voor nestgelegenheden voor vogels. Het beton- en steenpuin wordt gebruikt voor nieuwe keermuren in de tuinen en de plint van de gevel, wat deze een optimale oppervlaktestructuur geeft voor begroeiïng door planten. Ook het textiel van de vloertapijten en de oude stoelenbekleding wordt hergebruikt, onder andere voor de akoestische bekleding van foyerruimtes. Het belang van een circulaire toekomst wordt extra kracht bijgezet door de kleine zaal voor 100% op te bouwen uit hergebruikte materialen.